Om de werking van psychopharmaca, de pharmaca die op onze hersenen inwerken en daarmee onze geest beïnvloeden. Te begrijpen is enig inzicht in de werking en de bouw van hersenen noodzakelijk. Derhalve eerst iets over hersenen.
Hersenen worden veelvuldig vergeleken met computers. Punt van overeenkomst is b.v. dat in beide informatie-verwerkende systemen de informatie gedragen wordt door elektriciteit. Echter, de elementen waaruit een computer is opgebouwd, zijn aan elkaar gekoppeld. De computer is een continu systeem. Onze hersenen daarentegen zijn opgebouwd uit zenuwcellen, neuronen genaamd, die niet aan elkaar vastzitten. Onze hersenen zijn discontinu. Ons brein bevat circa 10 000 000 000 van deze neuronen en bovendien een veelvoud daarvan aan steuncellen welke glia‑cellen worden genoemd. Elke zenuwcel staat met circa 10 000 andere in verbinding. Waardoor ze samen een netwerk vormen vergeleken waarmee de meest geavanceerde supercomputer slechts een rudiment is.
Neuronen bestaan uit een cel lichaam met een lange uitloper, axon genoemd, die contact maakt met de dendrieten van andere neuronen.